Claudia, trauma: de honger (8)
Claudia begint ontsteld: ik ben ongerust over mijzelf, de therapie heeft niet geholpen, mijn dwang is terug!!
Ik: ohh??
Cl: Mae heeft mij gevraagd haar te helpen met haar onderzoek over opa, ze kwam met twee verhuisdozen aanzetten, helemaal gevuld met teksten en fotokopieën, wel 4000 pagina’s, pffff
Ik: wat ga je ermee doen?
Cl: eerst lezen en dan selecteren, ik ben vorige week begonnen, stapeltjes maken, op volgorde leggen, alles ligt op de grond in mijn dochters kamer, ik word er gek van!!
Ik: het voelt als dwang, zei je
Cl: ik kan dit niet aan, dat dwang-gevoel, het lijkt wel of ik de kamer in word gezogen, het voelt precies zoals de kelder, weet je wel?
Ik knik
Cl: maar ik wil het wel doen, ik verveel me de laatste tijd, dat heb ik gemerkt, ik heb eigenlijk niets te doen
Ik: je hebt geen doel
Cl; precies, mijn dagen waren altijd gevuld, je weet wel
Ik: met het controleren van je voorraad, dat bedoel je?
Cl knikt: achteraf echt waanzin, dat wou ik helemaal niet, maar het was sterker dan ikzelf
Ik: dat is dwang
Cl: maar ik verveel me echt dood, nu, al bij het opstaan, dus ben ik eigenlijk best blij met wat ik nu voor Mae moet doen
Ik: moet?
Cl: ze vindt et fijn dat ik haar help, ze zit in tijdnood
Ik: je hebt nu last va het dwang-gevoel
Cl: ik ga haar helpen, maar zonder het gevoel dat ik er niet tegen op kan
Ik kijk vragend
Cl: dat ik er op mijn moment mee wil stoppen
Ik: oké, dat klinkt haalbaar
Cl: maar ik vrees dat ik mij zal moeten dwingen te stoppen
Ik: de ene dwang voor de andere inwisselen?
Cl: zoiets ja, een truukje om te kunnen stoppen, dat zou handig zijn
Ik: goed idee
Cl: bedenk jij maar iets, jij kent mij
Ik: sámen iets bedenken, daar voel ik wel wat voor
Cl: zal ik mijn zus vragen mij te helpen?
Ik:…..wat voel je bij dit idee?
Cl: het is ook haar vader, onze vader
Ik knik
Cl: ja dit ga ik doen, ik ga het haar vragen, dan is de tijd meteen gelimiteerd, zij is heel efficiënt, en heeft maar beperkte tijd, misschien zijn we er zo doorheen
Ik: echt een prima idee, ik hoor het wel van je, maar, iets anders, je zei dat je je verveelde, eigenlijk niets te doen hebt, dat behoeft wel aandacht
Cl: ik zit daar mee, en durf er met niemand over te praten, mensen vragen wel eens aan mij wat ik doe, ik fantaseer dan maar wat, ik wek de indruk dat ik het heel druk heb, maar nets is minder waar, soms vliegt het mij aan!!
Ik: dat klinkt bang
Cl: ja, inderdaad, een soort paniek, ik ben naar mijn huisarts geweest, ik wil iets kalmerends slikken op zo’n moment, maar ze wou dat ik er eerst met jou over praatte
Ik: maar dat deed je niet, ik bracht dit onderwerp zojuist in, hoe zit dat?
Cl: ja ik weet het, ik vind het zo genant, ik schaam me gewoon voor m’n passiviteit
Ik: goed dat je over dit gevoel vertelt
Cl: er is eigenlijk niets wat mij echt boeit, of wat mij interesseert, ik kan het net zo goed allemaal laten
Ik: dat klinkt somber
Cl: mijn man vindt mij ook somber, dat zei hij laatst, hij vindt dat ik goed moet uitrusten en leuke dingen moet doen
Ik knik
CL: maar ik weet niks leuks
Ik knik
Cl: heb ik geen dwang, dan ben ik somber, zo schieten we niet op toch?
Ik: inderdaad, dat wil je niet
Cl: mijn bloed is onderzocht, allemaal in orde, dus zit het tussen mijn oren, gaat het over, denk je?
Ik: de somberheid? Natuurlijk gaat het over, maar niet zomaar
Cl: ik moet ergens beginnen
Ik: dat doe je al, je ziet het onder ogen, het maakt je bang en verdrietig, dat zie ik aan je
Cl: wat is er aan de hand? Leg het me uit, dan kan ik er wat mee
Ik: oké, even voor nu heel kort door de bocht: de dwang van het controleren heeft je jarenlang op de been gehouden, dat klinkt raar maar zo gaat het vaak, door de situatie thuis heb je je heel volwassen moeten gedragen, terwijl je kind was en met je eigen ontwikkeling en identiteitsvorming bezig had moeten zijn.Je bent teveel door anderen ingevuld, qua gevoel en handelingen. Nu gaat het je eigenlijk heel goed, je bent verlost van je controledwang betreft de etenswaren, je begrijpt ook heel goed hoe deze stoornis is ontstaan, je gezinsleden gaan allemaal goed, ze zijn zelfstandig….
Cl: niemand heeft mij echt nodig
Ik: je bent nu vrij om voor jezelf te mogen leven, niet alleen voor het welzijn van anderen
Cl: maar ik weet niet hoe dat moet
Ik: daar lijkt het nu even op, je hebt een inhaalslag voor de boeg
Cl: een inhaalslag?
Ik: te weten wat je voor jezelf van belang vindt
Cl: bijvoorbeeld het werken in de bibliotheek, dat zou ik heel leuk vinden, maar dat ging niet door, ze hadden niemand nodig
Ik: misschien hoef je niet meteen iets te doen, probeer bij een gevoel te komen van verheugen, je ergens op verheugen, geeft niet wat, geef jezelf een kans
Cl: ahhh dat klinkt goed, mijzelf een kans geven
Ik: die gedachte beurt je nu al op, zie ik
Cl: ik zal mijn zus bellen, ze doet het vast wel, ik zal zorgen dat het geen dwang wordt, dat hoeft helemaal niet, wij helpen samen Mae, even, de rest doet ze zelf.
Ik: prima plan, ik zie je de volgende week