Claudia: eerst was ik een vrouw met een dwanghandeling, nu ben ik een vrouw zonder dwanghandeling, weet je dat het niets uitmaakt?
Ik kijk vragend
Cl: ja, raar hè, wat ik zeg, maar voor mij is het duidelijk
Ik: wat voel je nu bij wat je zegt?
Cl: een soort helderheid
Ik knik
Cl: ik bedoel, ik ben niet veranderd, vanbinnen, wel mijn gedrag, en daar ben ik blij mee, ik leef niet meer in mijn kelder om spullen te controleren
Ik: vanbinnen niet, is dat oké voor je?
Cl: jazeker, heel oké, tenminste, ik voel mijn kern, zoals ik die altijd heb gevoeld, dat er veel met mij gebeurt, vooral door anderen, maar dat ik overeind blijf
Ik: nu ook? blijf je nu ook overeind? gebeurt er iets met je?
Cl aarzelend: Wout gaat een jaar in Wenen werken, hij vroeg of ik meeging, en dat doe ik, ik heb geen keus
Stilte
Cl: ik bedoel, het maakt niet uit of ik hier blijf of meega, ik overleef het wel
Ik: hoe dat zo?
Cl: ik blijf weer overeind
Ik: je zei dat je geen keus hebt
Cl: voor mezelf bedoel ik, Wout kiest ervoor dat ik meega, hem maakt het wat uit, maar voor mij maakt het niet uit
Ik: je voelt je kern; dat je overeind blijft ondanks hoe iets voelt
Cl: precies, ook zonder mijn dwanghandelingen ben ik mislukt, als ik maar overeind blijf
Ik: mislukt?
Cl: ik kan mijn jeugd niet overdoen
Lange stilte
k: stel als dat wel zou kunnen?
Cl: dan zou ik een opleiding gekozen hebben, een studie, een goed beroep
Ik: dat je geen opleiding hebt genoten, geeft je dat het mislukte gevoel?
Cl: dan zou ik gewoon hier blijven, Wout komt dan in de weekenden naar huis en ik ga vaak naar hem, dat zou best kunnen, wel leuk zelfs
Ik: hebben jullie die mogelijkheid besproken?
Cl: ja, maar thuis heb ik ook niet veel te doen, de bibliotheek heeft geen vrijwilligers nodig, ik verveel me stierlijk, dan maar beter mee naar Wenen
Ik: wat heb je daar dan te doen? Een jaar lang?
Cl: ja daar zit ik dus nu mee
Ik: je hebt een reëel probleem
Cl: dat vind jij dus ook
Ik knik
Cl: door mijn jeugd heb ik eigenlijk nooit een toekomst gehad
Ik knik ernstig: ohh wat zit je vast in die gedachte
Cl: het is toch zo? Wat hebben ze nou voor mij gedaan?
Ik knik
Cl: ik accepteer van mijzelf dat ik een beschadigd mens ben
Ik knik
Cl: waarom zei je dat ik vast zit in die gedachte over mijn ouders
Ik: goeie vraag, dat gaan we samen uitpluizen
Stilte
Ik: je zit vast in de gedachte dat je door de beschadigingen die je in je jeugd hebt opgelopen geen opleiding hebt kunnen volgen
Cl: dat voel ik echt zo
Ik knik
Cl: mijn zus kon het wel, omdat ik haar altijd hielp, niemand hielp mij
Cl staat op om naar het toilet te gaan
Cl: vind je dat ik overdrijf?
Ik: wat?
Cl: dat ik mijn ouders beschuldig
Ik schud nee: nee dat is het niet, de problemen die jullie met je ouders gehad hebben zijn reëel, daar hoeven we het niet meer over te hebben, nee, ik denk na over wat je zei over het gemist hebben van een opleiding
Cl: dat is toch logisch? Ik wou zo gauw mogelijk weg daar en de enige mogelijkheid was om geld te verdienen en op kamers te gaan
Ik: en dat ben je blijven doen tot je trouwde
Cl: ja, en toen kregen we de meisjes, de tweeling dus was ik thuis en werd ik onderhouden door Wout
Ik: onderhouden?
Cl: nou ja, hoe zeg je dat, ik kreeg elke maand huishoudgeld van hem en kinderbijslag en ik had heel veel gespaard, maar dat was op een gegeven moment op
Ik: hoe voelde dat laatste?
Cl: heel vreselijk, ik wou weer gaan werken maar ik voelde mij niet goed, moe, lusteloos.
Mijn huisarts vond dat de meisjes naar de crèche moesten, toen ze twee waren, dan kon ik overdag wat uitrusten
Ik: deed je dat? uitrusten?
Cl: nee, in tegendeel, ik had toen ook al controle-gedoe met boodschappen doen, ik kocht zo weinig mogelijk, ik wilde van de kinderbijslag uitkomen, ik ging winkels uitzoeken die aanbiedingen hadden, dat kostte heel veel tijd.
Ik: dat ging dus mis, goed dat je me dit vertelt
Cl: Wout merkte het en ging zelf boodschappen doen voor ons, goed bedoeld, maar ik raakte in paniek, hij kocht heel veel, hij wilde lekker eten, ik moest het allemaal klaarmaken, maar ik kon helemaal niet koken.
Ik: wat een verhaal….
Cl: ik probeerde weer zelf mijn geld te verdienen, mijn zus wist van mijn problemen en bood mij een baan aan bij haar, zij was inmiddels apotheker en had een eigen zaak. Dat heb ik best lang gedaan, ik hield mij staande
Ik: dat lijkt een rode draad in je leven, je staande houden
Cl: ja…..Claudia roept uit: maar niemand zei dat ik moest gaan studeren, de meisjes zaten op school, ik kan goed leren…
Ik: nu komen we bij je andere probleem
Cl: niemand zag mij
Ik: je energie ging zitten in je staande te houden, in je eentje
Cl: daar zit mijn eigenwaarde, denk ik
Ik: dat zou best eens kunnen, maar tegelijkertijd heb je toch een verlangen om wél gezien te worden
Cl: als ik daarom moet vragen hoeft het voor mij niet meer
Ik: je verlangen is dat mensen je zien zonder dat je er om moet vragen
Cl: zoiets ja
Ik: dit is een probleem voor je: als je je niet gezien voelt door anderen, is het ook moeilijk om jezelf te zien
Cl: denk je dat ik mijzelf niet zie
Ik: en je durft er ook niet om te vragen, of ervoor zorgen dat de ander je ziet, bij wijze van spreken je hand opsteken “hier ben ik, zie mij”
Cl: ik zie mijzelf niet
Ik: niet voldoende, je ziet jezelf wel in het overleven, je staande houden, maar het lijkt wel of het daar ophoudt, je energie is daarmee verbruikt
Lange stilte
Cl: dat beeld dat ik mijn hand opsteek, als ik daaraan denk voel ik mij wegwazen, verdwijnen
Ik: je houdt dat onbewust van jezelf weg
Cl: mezelf kenbaar maken
Ik: jezelf zien
Cl: kan ik dat nog leren?
Ik: jazeker, maar eerst voelen dat je dat wilt, er niet bang voor zijn, als je in de angst blijft steken krijgt je verlangen jezelf te zien geen kans
Cl: dat is dus mijn grootste probleem dat ik mezelf niet zie
Ik: ja
Cl: mag ik mijn ouders dat verwijten?
Ik: natuurlijk, je mag de oorzaak daarvan best bij je ouders leggen, maar het is niet nodig daarin te blijven steken, vast te zitten zodat je met jezelf niet verder kan
Cl: ik heb niets om handen, waar ik ook ben, met de dwanghandeling was ik tenminste nog actief
Ik: qua tijdverdrijf ja maar van binnen zat je onbewust ook vast
Cl: mezelf zien is mijn verantwoordelijkheid voor mezelf nemen
Ik: jij snapt het, wat voel je nu als je dit zegt?
Cl: ik voel mij een kind……
Claudia begint te huilen: vroeger had ik dromen, wat ik allemaal wilde worden
Ik: voel je je nu een kind dat weer droomt over de toekomst
Cl: dat is het precies, maar ik ben volwassen
Ik: een volwassene die droomt over haar toekomst
Cl lacht: ja, wat maakt de leeftijd uit!
Ik: zo is dat
Cl: ik kwam vanmiddag binnen met dat niets iets uitmaakt, weet je nog wel?
Ik knik
Cl: ik ga mezelf zien….
Claudia kijkt mij verwachtend aan
Ik: dus dan maken de dingen wel wat uit
Er staat een afspraak