De voorgeschiedenis.
Zijn Iraanse ouders zijn sinds 1995 in Nederland.
Arin is in 2000 geboren, zijn zus een paar jaar later.
Hij is advocaat in opleiding bij een groot advocatenkantoor.
Sinds enige tijd lijdt hij aan verschillende lichamelijke klachten waarvoor geen lichamelijke oorzaak gevonden werd.
In deze sessie zie ik hoe hij zich aan mij presenteert met betrekking tot zijn lichamelijke klachten.
Ik hoor zijn angst om als iemand met psychische problemen bestempeld te worden.
Hij wil mij overtuigen van zijn gelijk.
Maar ik merk dat de twijfel al gezaaid is door zijn huisarts.
Die twijfel probeert hij weg te praten.
Hij geeft de therapeutische relatie de inhoud die hij momenteel kan verdragen.
Ik moet hem volgen, het met hem eens zijn, zijn angsten wegnemen, oh laat het niet psychisch zijn.
Maar ik merk dat hij niet anders kan dan nu met mij praten.
Ik voel iets van een angstige gehechtheid.
Ik ben duidelijk over wat wij in deze sessies doen, geef wat aan over lichaam en geest, en kom hem tegemoet met de uitleg over de stofjes, die bovendien wetenschappelijk aanvaard is.
Want ik denk dat dit hem zal geruststellen, toch iets lichamelijks.
Soms moet je een beetje onderhandelen samen.
Want we willen samen praten.
De therapeutische relatie krijgt al aspecten van veiligheid voor hem.
Met de verklaring van de stofjes kan hij naar zijn ouders.
Ik denk dat hij iemand is die de ander graag vertrouwt.
Hij staat bol van de angsten.
Dus veel winst voor hem vandaag: ik heb hem gerustgesteld en hij kan zijn ouders geruststellen.
Hij is er zich niet van bewust dat hij mij vandaag heeft gevraagd:ontmantel mijn angsten