Derde gesprek
Drie dagen later.
W: twee dingen: je vroeg of de kinderen het nodig hebben dat ik altijd thuis ben als zij thuis zijn en je kwam ineens op de proppen met mijn overleden vader
Ik: goed onthouden! ik denk nl. dat deze twee dingen met elkaar te maken hebben.
M: dat denk ik ook
W: nou ga jij de psych uithangen, ik ben benieuwd
M: maar ik vind dat moeilijk om met je te bespreken
W: maak van je hart geen moordkuil, kom maar op, nog somberder kan ik niet worden
M: nou, dit is het dus precies, ik moet dus weer oppassen wat ik tegen je zeg, ik moet altijd zo voorzichtig met je zijn, je zit meteen in de put en dan hang je weer dagen op de bank
Ik: mmm best verdrietig
M: daarom wou ik in de vorige sessie even samen naar Albert Heijn, bij jou op de hoek, ik zag dat Wim het denken aan zijn vader niet wilde
Ik: maakte ik Wim verdrietig met wat ik zei over zijn vader en wil jij dat niet?
M: ja daar was ik bang voor, dan kan hij weer een paar dagen somber worden
Ik: mensen worden juist somber als zij hun verdriet niet mogen of durven voelen
W: ik kan heel soms verdriet hebben over mijn vader, echt, ik verdring mijn verdriet niet, ik kan mij hem nog goed herinneren, ik was 8 toen hij overleed, maar het is toch iets anders dat ik voelde na de vorige keer bij jou.
En wat onze dochter zei.
Ik: over het bang zijn
W: ja, ik voelde ineens dat de dood van mijn vader mij zo bang heeft gemaakt, ik werd er zo somber van, ik wilde ineens ook dood, af van die bangheid, eindelijk rust
Ik: je hebt je verdriet niet verdrongen maar je hebt wel verdrongen dat het gemis van je vader je zo bang heeft gemaakt voor het leven
W: wil ik daarom af en toe dood
M: dat weet ik van je, daar wil ik je vandaan houden
Ik: ondanks de veiligheid bij je moeder in de winkel voelde je je ook bang, en die bangheid heb je niet willen voelen
W: veel thuis zijn bij Mary en de kinderen hielp gedeeltelijk voor het bang zijn
Ik: zeker op bewust niveau
W: ik doe het leven wel als een normale man maar de ondertoon is altijd bang
Ik: zo gevangen in het bang zijn
W huilt
M huilt ook
Ik word geraakt door de innerlijke rust die ik bij beiden zie, de rust die intreedt als je voelt dat iets zó klopt.
Ze gaan “anders “naar huis.