Trauma, de honger (1)
Claudia: de EMDR psycholoog heeft mij naar u verwezen. Hij zei dat de scherpe kantjes van mijn trauma er nu vanaf waren en dat ik met u nu wat dieper op de gebeurtenis in moet gaan
Cl kijkt mij vragend aan, ik blijf ook even stil, dan
Ik: hoe gaat het met u?
Cl: hoe het met mij gaat…..dat weet ik niet
Ik:……. dat weet u niet
Cl: alleen dat ik uitgeput ben
Ik : uitgeput
Cl stilte: …..en steeds minder plezier heb in mijn leven, ik zie op tegen elke dag
Ik: dat is niet de bedoeling
Cl: en nu ben ik te moe om met u te praten
Ik: dat zie ik
Cl: vraagt u maar wat
Ik: hoeft niet, neemt u de tijd
Cl met gebogen hoofd meer in zichzelf: ik moet toch gaan praten met u
Ik: op uw moment
Cl: eerst even moed verzamelen
Ik wacht af
Cl: vraagt u maar wat over mijn trauma
Ik: ik weet ervan, uw vorige therapeut en ik hebben elkaar daarover gesproken
Cl: hij wil dat ik meer ga praten over mijn trauma
Ik: u kijkt er ernstig bij
Cl: is dat nodig denkt u, nog meer praten?
Ik: u ziet ertegen op
Cl: dat kan je wel zeggen ja
Ik: maar u bent toch bij mij gekomen
Cl: ik heb nog wel wat rare dingetjes waar ik heel moe van word, uitgeput eigenlijk
Ik: rare dingetjes
Cl: ik ben erg controlerend, in huis, dat kost mij veel tijd
Ik: en die dingetjes putten u uit zoals u zei
Cl: ja
Ik: wat heeft u vandaag gecontroleerd?
Cl: mijn voorraad, pasta, rijst, bonen
Ik: ja, dat las ik in uw dossier, dat doet u heel vaak
Cl: zo zinloos, ik kan het niet laten
Ik: en daarna heeft u weer even rust
Cl: ja, maar dan lees ik iets in de krant en dat maakt mij weer zo bang
Ik: u kunt plaatsen waar uw angst vandaan komt, wanneer uw angst voor de honger is ontstaan
Cl: natuurlijk, maar die angst is natuurlijk onzin
Ik: voor u niet, kennelijk
Cl: er is genoeg eten te koop
Ik: dat wéét u, maar uw gevoel zegt iets anders
Cl: daar ben ik mij niet van bewust
Ik: uw denken vindt het controleren niet nodig maar uw gevoel stuurt u naar uw voorraadkast in de kelder
Cl: haha, ik zie het voor me, mijn gevoel zegt, hallo ga je mee naar de kelder
Cl en ik lachen allebei
Ik: maar zeker is dat uw gevoel kennelijk even de baas is op dat moment over wat u denkt
Cl: maar dat wil ik niet!!
Ik: ik zal open met u zijn, ik zal het u uitleggen, u heeft een dwangstoornis, die zich uit in een symptoom, nl een dwanghandeling, dat heeft u duidelijk verteld. Mensen ervaren hun dwanghandeling als zeer hinderlijk, ze doen iets tegen hun bewuste zin en bewuste wil in, ze kunnen het niet laten. Maar bij een dwangstoornis spelen juist ónbewuste motieven een sterke rol bij de instandhouding van de dwanghandeling. Deze motieven zorgen ervoor dat u de dwanghandeling onbewust ook niet wíl laten stoppen. Uw bewuste denken kan niet tegen die onbewuste motieven op. Dat heeft een reden die grotendeels ook weer onbewust is. Destijds, toen in uw levenssituatie traumatiserende gebeurtenissen plaatsvonden, heeft u de angst, die daardoor bij u werd opgeroepen en uw psychische evenwicht bedreigde, vrijwel direct weggestopt…..
Cl: dat klopt, de honger maakte mij heel angstig, dat er niets in huis was…
Ik: maar niet alleen de angst voor de honger was bedreigend voor u. Ik denk dat u gevoelens beleefde die u zichzelf verbood en dat dit verbod een innerlijk conflict in u veroorzaakte. Het innerlijke conflict bedreigde uw gemoedsrust ernstig. Meestal is dat een angstig makend gewetensconflict
Cl: wat is een gewetensconflict?
Ik: een verlangen dat of wens die in botsing komt met uw geweten, omdat uw geweten die wens of dat verlangen verbiedt. Wens en angst zijn tegelijkertijd aanwezig, dat is heel heftig
Cl: maar ik weet dat conflict niet, heb ik dat dan nog?
Ik: ja, het conflict bestaat nog, uw symptoom is daar het bewijs van. In zoverre, dat het symptoom u nog altijd helpt het conflict te verdringen. Feitelijk heeft u het symptoom nog steeds nodig.
Als het conflict uit uw onbewuste naar boven mag komen om de destijds verdrongen wensen en verlangens alsnog te mogen beleven, dan verminderen uw dwanghandelingen en ervaart u meer gemoedsrust
Cl: gaan ze door de therapie helemaal weg?
Ik: vaak niet helemaal, mijn ervaring is met vele patiënten dat ze altijd wel een beetje blijven en af en toe de kop op opsteken, maar wel in veel mindere mate en minder heftig. U bent uw controlerende bezigheden beter de baas. De negatieve invloed op uw dagelijkse doen is verminderd, het is behapbaar voor u, u voelt zich rustiger en dat is prettig voor u, u leeft minder zwaar en krijgt er weer plezier in
Cl lang stil
Ik: hoe klinkt u dit stukje theorie in de oren?
Cl: raar, ik herken het niet, vooral dat onbewuste conflict, zo raadselachtig
Ik: ja dat hoor ik vaak, wilt u proberen het raadsel samen met mij op te lossen?
Cl: het symptoom is dus het controleren van mijn voorraad?
Ik: ja, dat heeft u goed begrepen.
Uw symptoom, het excessief controleren van uw voorraad levensmiddelen, helpt u het bedreigende en ontregelende conflict van destijds voor u verborgen te houden, het conflict en de bedreigende gevoelens die daarmee gepaard gaan worden zo nog steeds aan uw beleving onttrokken. Op die manier houdt het controleren u ook weer op de been, dat blijkt, uw leven is gewoon doorgegaan. Het lijkt een handige oplossing, maar het is een neurotische oplossing die zijn tol eist in de vorm van uitgeput voelen en steeds minder plezier beleven
Cl: zo heb ik het nog nooit bekeken
Ik: u hoeft bij mij ook niet uw trauma opnieuw te beleven, dat heeft u al gedaan door uw EMDR behandeling. Wat wij samen gaan doen is te proberen bij uw onbewuste conflicten te komen, zoals uw EMDR therapeut zei, de verdieping in te gaan.
Cl: mijn onbewuste, daar gaat het om?
Ik: ja, u hoorde dat ik dat woord zojuist veel gebruikte
Cl: gaat dat lang duren?
Ik: ja
Cl diepe zucht
Ik: wat betekent het voor u als het lang gaat duren?
Cl: ………..maakt niet uit, zo is het ook niks
Ik: dat het zo ook niks is, daar neemt u geen genoegen mee
Cl: nee… laten we dan maar gauw beginnen
Ik: dat is moedig van u!