Rouw (5)
In een eerdere sessie heeft Fred laten vallen dat hij wilde verhuizen. Dit plan bezet de gesprekken van de afgelopen twee maanden. Zijn eerste kleinkind is geboren , hij heet Pim, en is inmiddels anderhalve maand oud. Hij komt regelmatig de baby bekijken, dan maakt hij vaak een wandeling met zijn dochter en de baby. Hij wil niet oppassen, hij durft de verantwoordelijkheid voor de baby niet aan, zijn dochter begrijpt dat goed. Het verhuizen houdt hem zeer bezig.
Fred: ik weet zeker dat ik wil verhuizen, ik heb al iets op het oog, zal ik het je vertellen?
Ik: natuurlijk, het lijkt mij niet niks……
F: ja dat is zo, maar daar kom ik wel overheen
Lange stilte
Ik: wat is je aarzeling?
Fred kijkt ernstig: ik durf het bijna niet uit te spreken, het voelt alsof ik iets fouts ga doen..
Ik kijk vragend
F: ik wil buiten gaan wonen, de stad uit, niet naar een flatje op twee hoog met een lift en een lullig balkonnetje
Ik: zo zo, daar kijk ik van op
F: ja ik zelf ook
Ik: wat is er zo fout aan?
F: moeilijk te zeggen………..
Ik: iets is fout als het eigenlijk niet mag?
F: van mijzelf bedoel je?
Ik: mmm
F: van mijn dochter mag het, die vindt het een reuze idee, ze wil dat ik een soort boerderijtje met een stuk grond koop, wel vlak bij haar in de buurt, dan maakt zij een moestuin en komen ze vaak bij mij logeren, het moet dus wel groot zijn
Ik: dus je dochter is niet het probleem, in tegendeel
F: ik voel mij schuldig, Eva wilde het ook altijd, buiten gaan wonen, maar ik hield het tegen
Ik: mmm
F: ik wilde niet weg uit het huis van mijn ouders
Ik: je wilde je ouders bij je houden door in je ouderlijk huis te blijven wonen?
F aarzelend: nee dat was het niet, Eva vond het ook prima, het was fijn voor ons, wij woonden heel klein en onze zoon was op komst
Lange stilte, Fred kijkt weg, pakt zijn zakdoek
F: mijn ouders….hij praat niet verder en begint te huilen
F: ik denk dat je goed zit, maar dat was dan onbewust, dat ik mijn ouders bij mij wilde houden, de boekenkasten met boeken van mijn ouders staan er nog net zoals in mijn jeugd, als ik verhuis ziet alles er anders uit, mijn ouders zijn weg, Eva is weg
Ik: je vond het fout…..
F: fout dat ik het eigenljk heel graag wil, weg van alles, echt alleen kunnen zijn, opnieuw mijzelf neerzetten, zonder angsten om te verliezen
Ik: je dochter gaat je daarbij helpen?
F: ten dele…. Ik wil geen moestuin, die moet ik onderhouden als zij er niet is, ik wil een groot atelier met veel licht, eindelijk echt toekomen aan het schilderen, grote doeken, grote potten met verf, grote kwasten, met de deuren open naar buiten, zo het bos of weiland inlopen, ik ga helemaal los!!
We lachen elkaar toe
Ik: je gaat helemaal los
F: mijn nieuwe zelf, ik ben bijna 80!! Hoe gek kan je het maken..
Ik: bevrijding, dat hoor ik, en of je dat mag van jezelf
F: een nieuwe situatie creëren kan daarbij helpen, denk je niet?
Ik: probeer vooralsnog je verlangen naar bevrijding vast te houden
F: al die doden houden mij vast
Ik: nee, jij́ houdt ze vast, dat doe je zelf, om verschillende zwaarwegende motieven die deels bewust, deels onbewust voor je zijn
F: mm mm, ik wil blij blijven
Ik: doe dat, een blij verlangen vasthouden, lijkt je dat wat?
F: doe ik
We maken een afspraak