Jasmin, de baby komt mee (8)
Maanden verder, Dora is geboren, 12 weken daarna neemt Jasmin contact met mij op.
Zonder aan te kondigen heeft zij Dora meegenomen in de maxi cosi.
Jasmin: weet je nog, dat ik Olek ook meenam?
Ik: jazeker
J: ik doe dat alleen vandaag, Jos heeft een vaste pappa-dag, dat blijft hij doen, hij wil niet meer 5 dagen per week werken en ik heb 4 werkdagen van 6 uur.
Dora zet het op een huilen, Jasmin geeft haar een flesje en loopt daarna in mijn werkkamer wat heen en weer, de baby in haar armen wiegend. Dora blijft huilen maar na een flinke boer valt ze in slaap, Jasmin legt haar terug in de maxi cosi.
J: fijn even met je te kunnen praten, ik weet niet echt waarover, alles loopt prima, met Jos, de kindjes, mijn werk, niets te klagen
…………………………
Ik: hoe gaat het met je?
J: je bedoelt los van dat alles goed gaat?
Ik knik
J: hoe het met me gaat….. ik blijf het een lastige vraag vinden, ook als ik hem aan mijzelf stel
Ik: wanneer stel je die vraag aan jezelf?
J: …….zomaar, ineens, ik weet het niet, wat denk jij?
Ik: ……hoe ik denk dat het met je gaat?
J: ja
Ik glimlach: we vragen nu allebei hoe het met jou gaat
J: ja dat is best grappig
……………..
J: ik hoop dat we allebei vinden dat het goed met mij gaat
Ik: we vinden allebei dat je alles goed op orde hebt
Jasmin kijkt peinzend, ze kijkt mij niet aan, ik ken dat van haar, ze kijkt naar het midden van de tafel tussen ons, alsof daar iets op staat dat van belang is, als vanzelf kijk ik ook naar het midden van de tafel, dat duurt een paar minuten, ik vind dat dit niet te lang moet duren, kuch even en hef mijn hoofd duidelijk op en probeer haar aan te kijken,
dan kijkt zij ook op
J: ik heb de vraag vast gehouden, dat lukte omdat jij bij mij was, of ik bij jou, ik voelde ineens dat mijn leven goed gaat en dat ik mij daarom goed voel
Ik knik
J: ik wil me ook goed voelen als er iets mis gaat, op m’n werk of ruzie met Jos, of als de kinderen ziek zijn
Ik: je hebt mij verteld dat als er iets niet goed loopt, je in een waas leeft
J: dat gaat vanzelf, onbewust zoals jij dat noemt…dat klopt toch eigenlijk niet?
Ik: wegwazen is niet de goede oplossing? Zeg je dat?
J: ja, jij noemt dat dissociëren, ik heb erover gelezen, dat vind ik zo raar van mezelf! Ik wil niet meer dat dat bij mij hoort.
Ik: dat zeg je goed, denk je dat het dissociëren steeds minder vertrouwd voor je voelt?
J: ja, stel dat zoiets lukt, wat dan?
Ik: dan ben je minder bang om moeilijke gevoelens te beleven
J: ik weet dat je dat wel eens meer gezegd hebt, dan hoef ik niet te verdringen, is dat het?
Ik: er is een verschil tussen je gevoelens kennen en je gevoelens beleven
J knikt: dat weet ik van jou en heel soms voel ik het ook, echt mij zelf van binnen voelen
Ik: en, bevalt je dat?
J: ik voel me nu rustig en veilig met jou in deze kamer
Ik knik haar toe
J: ik neem jou mee als ik straks weer weg ga, in mijn binnenste
Ik: zo ga je het doen
J: dan ben ik buiten minder angstig
Ik: en stel, dat je je toch ergens angstig over voelt, dan kan je je toch veilig blijven voelen met jezelf, je kan jezelf ook veiligheid bieden
J: dan hoef ik niet weg te wazen
Ik: wegwazen lijkt veilig op dat moment, maar is het niet, het is een schijn beveiliging
J: het lijkt handig omdat ik mij dan even niet in gevaar voel
Ik: en ik weet van je dat je je gauw in gevaar voelt
J: …ik heb dat ook met de kinderen, ik vind ze gauw in gevaar, in de speeltuin, of op de trap, Jos zegt dat ik ze hun ervaringen moet toestaan, ook al vallen ze dan, ze moeten overal van leren zegt hij
Ik: denk je dat voor jou die dingen wat lastiger zijn dan voor de gemiddelde jonge moeder?
J: dat weet ik wel zeker, maar ik wil geen bange kinderen van ze maken
Ik: je probeert daarop te letten
J: ik ga dat met Jos bespreken, over dat veilig voelen met jezelf, ik wil dat Olek en Dora zich veilig voelen met zichzelf
Ik: innerlijk veilig
J: ja, dat voelt zo fijn en rustig, en niet zo benauwd, ik leef zo benauwd, net zoals mijn moeder
Ik: je veilig voelen geeft meer ruimte
J nog eens, en dan met een diepe zucht: ik voel me nu veilig en rustig
Dora wordt wakker, het is bijna tijd
J: volgende keer kom ik weer alleen
We maken een afspraak op een vaste dag en een vast uur.