Jasmin, de baby komt mee (7)
Jasmin: ik zou je nog iets vertellen over het oorlogsmonument, in de stad waar ik met mijn collega’s was. Het is alweer opgelost, maar er blijft bij mij iets hangen.
Het zat zo: er stond een monument uit de Tweede Wereldoorlog. We stonden eromheen en iedereen vond het mooi en belangrijk om te herinneren en ervan te leren.
Ik zei vrij hard, “nou vergeet dat maar, mensen hebben er niks van geleerd!” Ik kreeg de hele groep over mij heen, ze vonden me hard en pessimistisch, ik reageerde daar niet op, ik merkte dat ik wegwaasde, ik was daar niet meer, ergens anders maar ik weet niet waar, dat duurde kennelijk enkele minuten, want ineens vroeg iemand, hé, ben je er nog? Ik merkte dat iedereen naar mij keek. Ze gingen allemaal iets vragen, voor mijn gevoel was ik er nog steeds niet. Jim, een collega zei, jongens, ff dimmen, er is iets aan de hand met Jasmin. Hij nam mij bij de arm, zonder iets te zeggen. Hij bleef de verdere middag naast mij lopen. Ik was er weer en zei hem dat het goed met mij ging en ik heb hem bedankt.
Ik: waarvoor heb je hem bedankt?
J: dat is een goeie vraag want daar heb ik over nagedacht, ik wist het eigenlijk niet
Ik: moeilijk onder woorden te brengen?
J: toen ik hem bedankte was ik nog niet helemaal helder, ik denk dat ik hem nogal formeel bedankte
………………………………….
J: maar later op de avond voelde ik het ineens heel sterk: bij dat monument toen ik dat zei, voelde ik mij een fractie van een seconde ontzettend alleen, en weer die dochter van die vermoorde vader, kennelijk dissocieerde ik en waasde ik weg. Die gevoelens kan ik kennelijk nog steeds niet aan! Ik verdring ter plekke, zoals jij dat noemt. De groep viel over mij heen, behalve Jim, die merkte dat er iets aan de hand was, hij hield mij vast en dat was voelde zo intens, hij vertaalde mij aan mijzelf
Ik: dat zeg je mooi: hij vertaalde mij aan mijzelf
…………
Ik: waardoor je het mocht voelen
J: het gevoel werd veiliger
Ik: ook dat zeg je weer mooi, en, wat veilig is hoeft je niet te verdringen
J: ik voelde me nog wel naar, want ik had iets gezegd dat ze niet begrepen, maar dat vond ik niet meer zo erg. Jim ging ook niet iets vragen of mij opbeuren, of advies geven zoals mijn man, het enige dat hij deed was mijn arm vasthouden en een poosje naast mij lopen.
Ik knik
…………
Jasmijn haalt haar laptop tevoorschijn
J: we moesten iets persoonlijks schrijven over de werkweek. Dat heb ik gedaan. De reacties op mijn inbreng was overweldigend en ontroerend. Ik had nl. over mijn ervaring bij het oorlogsmonument geschreven, dat ik dissocieerde en enorme steun kreeg van een collega. Ik heb uitgelegd wat er met mijn vader is gebeurd, 40 jaar na de Tweede Wereldoorlog, en dat ik daarom zei dat mensen niets geleerd hadden.
Ik zal je de tekst mailen, lees het wanneer je wilt, of niet, want jij kent mij wel, voor jou is dit niets nieuws. Ik voel mij goed bij deze groep, ons project zal nog lang duren. Ik weet zeker dat ik bij hen kan zeggen wat ik voel…..zoiets
Ik: je jezelf niet weg hoeft te maken
J: dat is het precies, niet vluchten in het dissociëren denk ik
Ik: klopt
………
J: nog een nieuwtje, ik ben vier maanden in verwachting, het is een dochter, en een zusje voor Olek. Ze is zó welkom!