Fred, rouw (7)
De week daarna
Ik begin de sessie: Fred, vorige week toen je hier was….
Fred valt mij in de rede: jaja, ik weet wat je gaat zeggen…. ik kon het ff niet hebben, dat gedoe met Gerben, sorry dat ik boos wegliep zonder je gedag te zeggen
Ik: ik realiseerde me dat ik je eigenlijk nog nooit zo boos had gezien
F moet eerst lachen maar wordt dan ernstig, of somber (?) : dat is juist wat zo speelt tussen mijn zoon en mij, hij kan ontzettend kwaad worden, op alles en iedereen, loopt te schelden, gooit het er meteen uit, ik schrik me altijd dood als hij opspeelt, als hij kwaad op mij is kruip ik in mijn schulp en probeer ik het niet te voelen
Ik: je kijkt ernstig maar ook wat somber, zit ik goed?
F: mmmm
Lange stilte
F: stel je voor dat ik het niet doe, het dijkhuis, vanwege zijn reactie
Ik: zit dat erin? Dat je het niet doet?
F: ja dat zou kunnen, ik kan het laten, daar kom ik wel weer overheen, dan verhuis ik gewoon niet
Ik knik en hum een beetje, in afwachting van wat Fred verder gaat zeggen, maar hij zegt niks, hij zinkt weg in een zwaar zwijgen
Ik: herken je het gevoel waar je nu in zit?
F traag pratend: ja, ja, gelatenheid, dat is het beste woord, ik berust er gewoon in en ga gewoon weer verder…..hij gaat huilen
We zijn samen stil
F: weet je, na de plotselinge dood van mijn beide ouders is er in mijn leven nooit meer iets ergers gebeurd dan dat, zelfs de dood van Eva niet, ik kan in principe sinds toen overal tegen
Ik: alles verbleekt hierbij
F: ja, een soort ijkpunt, alle andere narigheid is minder vreselijk
Ik: ik begrijp het, ook wat er nog kan komen
F: ja precies, het maakt mij niets meer uit, het laat mij koud
Ik: ja
Stilte
F: handig toch?
Ik: …Fred….
F: jij vindt het maar niks, mijn onverschilligheid
Ik knik
F : jij denkt dat ik er wat mee verdring
Ik: er wordt je iets afgepakt, je zoon pakt je iets af
F: mijn nieuwe huis ja, dat probeert hij, hij vindt het te duur
Ik: niet zozeer het huis, hij pakt je iets anders af, je blijdschap, je enthousiasme
F knikt: hij snapt helemaal niet dat ik iets nieuws wil
Ik: je mag het afgepakte niet voelen van jezelf, dat is een erg naar gevoel
F: mmm
Ik: zoals je ouders je werden afgepakt
Lange stilte
F met betraande ogen:….. wij hielden van elkaar, ik was hun enige kind, zij waren mijn veiligheid, we hadden zoveel blijdschap samen
………………………..
F: bij het dijkhuis voelde ik heel even blijdschap, begrijp je dat?
Ik knik
F: toen Gerben zo moeilijk ging doen voelde ik mijn benen blubberig worden, ik kreeg dat erge gevoel van toen, ik herkende het meteen
Ik: …..dat erge, dat je toen hebt weggemaakt?
F: ik wou alleen maar dood, weg, weg, Eva was erbij toen de politie kwam, precies zoals in films, zij begon te gillen, ik ging haar sussen, zij was in verwachting, dat heb ik je verteld
Ik knik
F: ik voelde als een robot, deed m’n dingen op de automatische piloot, maar langzamerhand ging het beter, wij verhuisden naar het huis van mijn ouders en Gerben werd geboren, mijn ouders vervaagden, hoewel ik wist dat ik ze miste
Ik: maar dat durfde je niet te voelen
F: ja, ik voelde het als een soort pech, wat veel mensen kunnen hebben, ik ben niet de enige die zijn ouders verliest
Ik: door zo te denken bleef je overeind
F: inderdaad, ik kreeg slaappillen van de huisarts, hij zei dat het leven niet altijd zo gaat zoals je wilt. Ik wist van hem dat hij een dochtertje had verloren, gek genoeg hielp mij dat, iedereen heeft verdriet , maar toch kreeg ik die burnout
Ik: ja dat heb je verteld dat was 15 jaar na de dood van je ouders als ik het goed heb
F: ja, en waar dat ineens vandaan kwam, dat is mij nog steeds een raadsel, maar toen begon ik mij af en toe ineens heel raar te voelen, hele enge aanvallen, ik was bang om gek te worden, als in een hele enge droom waarin je voelt dat je heel diep en heel lang aan het vallen bent, mijn hart ging tekeer, totale paniek ik dacht dat ik erin bleef!!
Ik: dat moet vreselijk geweest zijn
F: ik was leraar en had op een dag een klas met ongemotiveerde tieners, dat zinloze les geven aan hen, ik kon het niet meer opbrengen, ik was leeg
Ik: je had ze niks meer te geven en wilde dat misschien ook niet
F:mmm, dat was dan onbewust
Ik: onbewust gunde je niemand meer iets van jezelf
F: dat kan ik invoelen zoals je dat zegt
Ik: toch een soort woede, denk ik
F: ja maar dat mag natuurlijk niet, maar dat voelde ik zeker, ik had zin om die rotjochies het klaslokaal door te trekken
Fred zit met gebalde vuisten
Ik: ik zie je vuisten
F: ik wilde ze pijn doen en ze toeschreeuwen: wacht maar, jullie staat ook nog van alles te wachten
Ik: ze hadden nog niks meegemaakt, net zoals jij op die leeftijd, nog onbezorgd
F: ja, dat was ik toen ook, wist ik veel…dat ik mijn ouders zouden verongelukken, in de bloei van hun en mijn leven, zoiets verzin je niet
Lange stilte
F: mijn huisarts heeft mij toen met die burnout goed geholpen, we raakten aan de praat, een soort sessies, wij spraken samen over ons verdriet, Paul, zo heet hij, over zijn dochtertje, ik over mijn ouders, wij zijn bevriend geraakt, hij werkt niet meer, maar wij zien elkaar een paar keer per jaar, hij is een paar jaar geleden gescheiden en leeft alleen, hij vindt dat heerlijk
Fred is niet meer somber: fijn om met je te praten
Ik knik
Ik: ik hoor joú minder over het alleen zijn
F: dat klopt, ik blijk het te kunnen, daarvoor ben ik niet meer bang, fijn toch?
Ik: inderdaad, maar je somberheid door de reactie van je zoon, wat je zei over de gelatenheid die je bij je draagt sinds de dood van je ouders, dat laten we niet liggen
F: ik voel me niet altijd gelaten, soms is het weg, het dijkhuis…….Fred aarzelt en stopt
Ik: wat wou je zeggen?
F: Paul vond het dijkhuis fantastisch, hij komt helpen, hij is heel handig
Ik: hij komt helpen? Het lijkt alsof het al rond is?
F: …….ja dat zou wel eens kunnen…weet je, ik wil echt uit het huis van mijn ouders, het is nooit mijn huis geworden, begrijp je dat?
Ik: ja
F: wat begrijp je dan?
Ik: dat je wenst dat het anders was gegaan met je ouders
F: tja, dat voelt rustig, ik voel het echt, wat een droefenis, dit durf ik te voelen
Ik: geen val in een gat
F: nee zeker niet, ik ben hier en ik durf dit te voelen, ik blijf rechtop, dit doet ertoe.
Er staat een afspraak.