
Fred, rouw (10)
Fred: we hadden het over flow als ik aan het tekenen ben
Ik knik
F: ik kan mijzelf geen flow opleggen, ik zat wat te kliederen, mechanisch, dom gedoe
Ik knik
F: ik ga vast weer ontzettend somber worden, ik voel het, ik weet het, zie jij het aan me?
Ik knik: nu wel
F: ik heb het een paar keer per dag, als ik hier weer doorheen moet….dat ga ik niet trekken
Ik kijk bezorgd: waar pieker je over? Want ik denk dat je veel piekert, klopt dat?
F: ……..ja, over allerlei praktische dingen die ik nog moet regelen, domme dingen, waar ik geen zin in heb, zoals bijvoorbeeld die brutale katten, de dijk stikt ervan, waardoor ik mijn tuindeuren niet open kan laten staan, ik moet nu dure horren aanbrengen, en zo zijn er nog 1000 en 1 klusjes…. Ik wil me met interessantere dingen bezighouden
Ik: heb je iets op het oog?
F: nee, dat is het hem juist, ik heb geen echte doelen meer, iets waarvan ik geniet en waarin ik op kan gaan
Ik: ja dat bespraken we vorige keer ook, wel goed dat je die wens nog steeds zo duidelijk voelt
Lange stilte
F: ik hoor mezelf steeds zeggen: is dit het nou? Ga ik mijn tijd zo uitzitten?
…….
F: wat heb ik jou nog te vertellen? Over raamhorren en katten, daar zit jij ook niet op te wachten
Ik: de horren en de katten, dat hoor ik wel, maar ik let meer op hoe jij je voelt, je stemming, ik hoor boosheid en teleurstelling als je zegt: is dat het nou?
F: ik krijg mijzelf niet opgewekt, en jou lukt dat vandaag ook niet
Ik: zelfverwijt en verwijt naar mij, we falen samen vandaag
F: ik denk het ja
Ik: we proberen samen jouw sombere kant te begrijpen
F: je bedoelt: jij en mijn gezonde kant kijken samen naar mijn problematische kant ………
Ik vul aan: en proberen samen die problematische kant te begrijpen
F: maar dat lukt vandaag voor geen kant
Ik: dat is op ons andere dagen wel gelukt
F: dat is zo
Ik: wat kan er vandaag aan de hand zijn, behalve de katten en geen flow voelen bij het tekenen? Wanneer kwam je in deze sombere stemming?
Lange stilte
F: ik denk gisteravond, na een telefoontje van Roos, ze vertelde dat zij met haar man zonder mijn kleinzoon een paar dagen naar Berlijn gingen, Pim logeert bij haar beste vriendin en haar man, hun zoontje is even oud als Pim, ze zitten bij elkaar op de crèche. Het is aanstaande weekend.
Fred zit voorovergebogen, kijkt mij niet aan, wat hij meestal wel doet: ik werd zo ontzettend beroerd, ik zweette en trilde, ik belde Roos terug, ze merkte dat er wat met mij was, ik wist niet waarom ik haar terugbelde, ik kletste maar wat over dat ik het adres van hun hotel wilde weten. Roos begon te lachen en zei, er gebeurt heus niks hoor……maar toen ik niet reageerde vroeg ze of ik mij ongerust maakte, ik zei nee hoor, en liet het daarbij
Ik: zat Roos goed?
F: meer dan dat, later op de avond kreeg ik een paniekaanval, en ik besefte dat ik heel bang was geworden toen Roos vertelde dat zij zonder hun kind een reisje gingen maken
Ik knik
F: ik was 30, oké, maar ik moet er niet aan denken dat…….Fred stopt
Ik: ……daar hoef je niet aan te denken, voel wat er nu gebeurt in je lichaam en probeer je te ontspannen, stel jezelf gerust, het is maar een herinnering…..
Lange stilte
F: waarom word ik somber over wat Roos van plan is?
Ik: omdat je bóos bent op haar, en dat niet wilt voelen, je verdringt je boosheid, daar word je somber van, Roos maakt je bang met haar plan.
F: dat is dan onbewust, dat dacht ik echt niet
Ik: voordat je dat van jezelf mocht voelen had je de boosheid al verdrongen
F: ik ga haar zeggen dat het van mij niet mag
Ik: daar zal ze niet naar luisteren, bovendien, zíj hoeft niet te veranderen, dat vermindert deze angst van je niet, jíj hebt iets op te lossen met jezelf
F: ik wil wel met je blijven praten, heel vervelend voor jou dat ik nog steeds zo bang kan worden, dat onze gesprekken niet genoeg helpen
Ik knik
Lange stilte
Ik: daar moeten we samen doorheen
F: hoezo, jij hebt mijn somberheid en angsten niet, toch?
Ik: klopt, maar jouw leed ontgaat mij niet, ook niet in mijn gevoel, toch blijf ik erop gericht dat ik jou behandel
F: zoals je zo even zei, mijn gezonde kant en jij proberen mijn problematische kant te begrijpen
Ik: dat is een mooi beeld van wat we hier samen doen
F: oké, daar kan ik wel wat mee, die nuchterheid vind ik prettig, doet me eigenlijk wel goed, nu helpt het weer!
Ik lachend: dat is snel!
F: ik heb straks wel iets leuks, feitelijk onbelangrijk maar ik verheug mij er wel op, een buurman verder op heeft een bepaald plantje ontdekt dat hier alleen aan de dijk groeit. Hij gaat nu bij alle dijkhuisjes langs om het te vinden. Ik hoop dat het ook bij mij groeit, dan ga ik het tekenen, ook als het niet in mijn tuin groeit, dat heb ik hem al beloofd
Ik: dat is een prima idee
Fred staat op, het is nog lang geen tijd, hij neemt een slok water uit zijn waterflesje, kijkt rond in mijn kamer, knikt mij toe en zegt: ik houd het kort vandaag.
Er staat een afspraak.