De gestorven vader (5)
Na twee jaar.
Ik ontvang een mail van Wim, of hij weer mag komen, of ik tijd heb, hij komt alleen, Mary hoeft er niet bij te zijn, vindt ze.
Wim: het gaat ons gezin goed, daar hoef ik het niet met je over te hebben, dat is zonde van de tijd, hoe lang heb ik?
Ik: drie kwartier
Wim: dat is genoeg, het gaat nl. echt alleen om mij, thuis hebben ze er geen last van, de kinderen zeker niet en voor Mary is het niets nieuws
Stilte
W: via Schoolbank kreeg ik ineens een mail van Ab, een vriendje van de Lagere School, hij ging een reünie organiseren voor leerlingen van onze school, of ik mee wilde doen, ik vond het meteen hartstikke leuk en mailde hem terug. Hij woont 50 km van de school vandaan en ik 30 km, we vonden het leuk om elkaar te spreken in een café bij onze oude school die nog bestaat en die nu een balletschool is.
Wim begon levendig te vertellen, maar dat hield hij niet vol, hij klonk steeds matter naarmate hij verder ging met vertellen
W: Abs moeder hielp mijn moeder op zaterdag in de winkel nadat mijn vader was gestorven,Ab ging mee, hij was ook enig kind, wij trokken dan de hele dag met elkaar op.
Volg je mij?
Ik: zeker
W: wij zaten te praten over wat wij allemaal deden, binnen en buiten, de zaterdag vloog om. Ook door de week waren wij vriendjes
Ik: waren jullie elkaars beste vriendjes?
Wim aarzelt: ja dat denk ik wel, we hadden ook een soort groepje waar wij samen bij hoorden, maar er was wel verschil tussen ons, Ab was heel levendig en gezellig, hij was degene van de ideeën, die ik altijd leuk vond, ik bedoel, ik ging er altijd in mee
Lange stilte, Wim kijkt mij peinzend aan
Ik: je stemming daalt, klopt dat?
W: ja, ik denk dat ik wegga, ik wil liever alleen zijn nu
Ik knik: je mag ook alleen zijn bij mij
W glimlacht: ja dit ben echt jij, zo’n antwoord dat niemand geeft
Ik: de binnenwereld, weet je wel….
W: ja natuurlijk, daar spreken Mary en ik elkaar wel eens op aan
Ik met lachje: je maakt me nieuwsgierig…..
W: dan vragen we aan elkaar: hoe is het met je binnenwereld?
Ik: dit vind ik zo mooi, daar word ik echt blij van
W weer serieus: ineens zei Ab: jij was wel erg stil, ik moest alles bedenken, maar jij vond het goed, je deed nooit moeilijk, je was het ideale kameraadje
Ik: mmmmmm
W: het was zó pijnlijk, maar zó waar!
Stilte
W: omdat ik al zo lang met jou praat kon ik gewoon tegen Ab zeggen dat ik mij dat nog kon herinneren, dat ik zo stil was, ook in de klas, omdat mijn vader dood was en mijn moeder veel huilde. Ab zei dat dat ook logisch was. Het gesprek met hem was heel leuk, we maakten plannen voor de reünie, hij had het hoogste woord, en ik maakte notities op mijn laptop. Over drie weken komen we weer bij elkaar, bij mij thuis.
Thuis vertelde ik Mary over onze ontmoeting, ze reageerde verrast, oh wat leuk voor je, moet je doen!
Lange stilte
W: maar die week had ik een rare droom, heel kort maar ik werd met een afschuwelijk gevoel wakker, de droom maakte mij de hele dag somber, ik denk er nu nog steeds aan, daarom wil ik ook bij je komen voordat ik Ab weer spreek
Ik knik: ik vind dit heel bijzonder van je
Wim: in de droom was ik dood, ik leefde maar was dood, ik weet niet hoe ik het je moet uitleggen, het was vreselijk, het lukte mij niet om levend te worden, het was zó angstig…..
Ik: ik zie dat je de angst nog voelt
W: ja, ik ben geen domme jongen, ik snap de droom heus wel, op mijn werk zeggen ze ook vaak: Wim, die vindt alles goed, die is zo makkelijk, maar dat vind ik prima, ik merk het wel, ik doe met ze mee, dat is leuk genoeg
Ik: dit met Ab is anders, geeft je een ander gevoel
W: ja totaal, het komt er denk ik op neer dat ik na de dood van mijn vader minder vrolijk was, weinig zin had iets leuks te bedenken
Ik: deed je dat voor de dood van je vader wel?
W: ja absoluut, mijn vader en ik deden veel samen, vooral op zondag en dinsdag na school want de winkel was op dinsdag gesloten, ik bedacht ook leuke dingen om samen te doen, mannen-dingen, vissen, band leren plakken, en ons bootje, dan ging mijn moeder ook mee
Ik: je droom, zó angstig, … wat zou dat betekenen in je droom
W: dat dode, heb ik dat in mij, ik denk van wel, ik laat anderen initiatief nemen, ik doe mee, soms ook niet,
Ik: moet denken aan onze sessies van twee jaar geleden, dat je altijd thuis wilde zijn voor je kinderen…
W: maar ik deed feitelijk niks met ze, ik was gewoon thuis, op de bank
Ik: is dat waar je van schrok, een schrik die in je droom terecht kwam, dat je nu nog steeds genoeg hebt aan alleen er te zijn, bij Mary, op je werk, bij je moeder
W: ja dat is het precies, ik neem mijzelf mee en verder niks en doe ook niks, ik laat mij bedienen, hoor verhalen aan van anderen, doe mijn werk en dan ga ik weer naar huis.
Ik: de ontmoeting met Ab heeft veel in je los gemaakt, goed dat je weer bij mij bent gekomen
W: is het al tijd?
Ik: bijna
W: dat geeft niet, ik ga dit gevoel vasthouden, ik neem de tijd!
We maken een afspraak voor de komende week.