Arin, ik ben toch niet gek ! (7)
Arin: enorme heisa op kantoor, iets met een doorgelekte privacy-zeer gevoelige kwestie, ik zal u de details besparen, maar we werden allemaal aan de tand gevoeld, door de bedrijfsrecherche, ook onze agenda’s. Ik moest elke dag laten zien, ook de dagen waarop de afspraken met u staan. Ik kon niet anders dan te vertellen dat ik in therapie ben. Nogal botte personen, die mannen, ik voelde me bedreigd, ik moest in het kort vertellen waarom ik therapie nodig had, maar ik heb het er goed vanaf gebracht door over mijn ouders te vertellen, over hun trauma’s, dat hun trauma’s mij angstig hebben gemaakt en dat ik daarvoor in therapie ben. Maar dat het veel beter met mij gaat en dat ik over een poosje hier kan stoppen…. echt eng allemaal zoals ze mij verhoorden
Ik: verhoorden?
A: ja zo voelde het
Ik: hoe gaat het nu met je?
A:…. best nog angstig, beetje bedreigd, het zit nog in me
Ik knik: dat begrijp ik
A: ik vertelde het aan mijn ouders….dat had ik beter niet kunnen doen, ze gingen totaal over de rooien, mijn moeder vooral, die werd woedend op de rechercheurs, mijn zus was er ook, we zaten aan tafel, met ons heerlijke eten, maar de sfeer was verpest, mijn keel zat weer meteen dicht..
Ik: oeioei
A: ja precies, oeioei, maar ik verzette mij, ik zei tegen mijzelf, niet doen Arin, ga niet in de stress, probeer de angsten van je ouders en die van jezelf onder ogen te zien, praat erover, meteen, stop het niet weg, of, verdring het niet, zoals u altijd zegt
Ik knik: lukte dat?
A: ja en zelfs heel goed, we hadden een heel goed gesprek, ik was trots op mijzelf en mijn zus gaf mij na afloop van het gesprek een kneepje in mijn hand, zo lief
Ik: je keel?
A: die bleef open, ik zette mijzelf ertoe een hapje te nemen, ik zei tegen mijn moeder terwijl we het over heel moeilijke dingen hadden, wat kook je toch fantastisch mam, ons lekkere eten, dat blijven we doen ondanks alles
We glimlachen naar elkaar
A: maar onder de tafel werden mijn benen helemaal slap, ik voelde het, maar het was niet erg, alsof de spanning via mijn benen uit mij liep
Ik: dat zeg je mooi
A: mijn zus bleef ook kalm en probeerde mijn moeder gerust te stellen, mijn vader was inmiddels van tafel opgestaan en ging op de bank de krant lezen, hij zonderde zich zoals gewoonlijk van ons af, maar mijn moeder bleef in haar verontwaardiging en woede, en toen deed ik iets heel moedigs, dat vond ik van mijzelf, daar was ik trots op, zoals ik al zei, ik vroeg nl. aan mijn moeder wat zij voor zich zag toen ik haar deze gebeurtenis op mijn kantoor vertelde, Leila had haar arm om mijn moeder heen geslagen, eerst verstrakte ze, maar kennelijk zag ze dat wij er voor haar waren, ik wil jullie niet belasten, zei ze, maar ik zei, dat mag je wel, wij zijn volwassen, we vinden het juist niet prettig dat je denkt dat wij jouw geschiedenis niet aankunnen, wij dragen jouw geschiedenis al ons hele leven met ons mee, ondanks dat kan je zien hoe goed het met ons gaat
Arin stopt even met praten en kijkt mij vragend aan: u vindt toch ook dat het goed met mij gaat?
Ik: absoluut
A: dus, mijn moeder gaf antwoord op mijn vraag, zij zei dat ze bijna elke dag het beeld zag van haar moeder, die na een maand verhoord te zijn ontzettend verwond thuis kwam; mijn moeder huilde en pakte onze handen vast, wij huilden ook
Lange stilte
A: het voelde heel rustig, we zaten stil en verdrietig bij elkaar………ik weet dat mijn moeder mijn oma maandenlang verpleegd en verzorgd heeft, in de angst dat ze nog eens zouden komen, het ging om de vermeende medewerking van mijn oma aan een bepaalde chemische stof, mijn oma was biochemicus bij een Amerikaans-Iraans chemiebedrijf in 1979,in de tijd van de Iraanse revolutie. En inderdaad werd mijn oma weer opgepakt en toe is ze doodgemarteld, niemand heeft haar ooit weer gezien.
Ik knik (ik ken dit verhaal uit de intake van Arin, hij was op de hoogte van de gebeurtenis met zijn oma en zijn moeder, ik kan mij herinneren dat hij er destijds nogal afstandelijk en rationeel over sprak, meer het weergeven van de feiten met uitschakeling van zijn gevoel)
A: mijn vader zat een meter naast ons op de bank, hij moet gehoord en gemerkt hebben wat wij bespraken en dat wij zaten te huilen. Ineens stond hij bij ons, met thee en kopjes, hij zei niks maar schonk vier kopjes in, ik zag even een aarzeling, toch kwam hij bij ons zitten, hij vroeg aan mij: jij bent in therapie, is er ook zoiets voor je moeder? Vast wel, zei mijn zus, maar mijn moeder zei dat dat misschien niet hoefde, ze vond het heel fijn met ons te kunnen praten, dat wij zo sterk waren, dat hielp haar al enorm, ze voelde zich heel rustig nu ze het gevoel heeft deze vreselijke dingen met ons te kunnen delen
Ik knik
A: ze voelde zich er niet meer zo alleen mee, en waar ik ook heel blij van werd is dat mijn vader dus accepteert dat therapie mensen kan helpen, ik heb hem wel eens anders gehoord; we kunnen even afwachten hoe het met mijn moeder gaat, als mijn moeder het echt zelf wil dan klop ik bij u aan voor een goede verwijzing
Ik: dat is prima, maar, ik wil even naar jou terug, je voelde je bedreigd, sinds het onderzoek bij je kantoor?
A: …..dat is nog niet helemaal weg, het is niet prettig, ik reageer in elk geval niet lichamelijk
Ik: dat is goed om te horen, begrijp je ook waarom je geen lichamelijke klachten hebt gekregen van dit incident op je werk?
A: ja, ik begrijp het prima, en het voelt ook goed, simpelweg omdat ik van mijzelf mocht voelen wat er te voelen viel, en ik heb er met veel mensen over gesproken, so wie so met u, met mijn zus, met James, met ons team, met m’n ouders. Maar het onderzoek spitst zich nu toe op een aantal buitenmedewerkers, dus ons team is van verdenking gezuiverd. Trouwens, ik heb mij voorgenomen er met de coach over te praten, u weet wel, die psycholoog die een groepssessie met ons deed, komende week is er weer zo’n sessie, met dezelfde collegae, we kregen een mail dat we een persoonlijk item moesten inbrengen, iets dat we op kantoor hebben meegemaakt en dat ons stress heeft gegeven. De bedoeling is dat we elkaar proberen te helpen stress op het werk te verminderen en dat we elkaar niet moeten uitlachen als we ergens bang van worden of zoiets, u begrijpt het wel
Ik: dat jullie je niet flink hoeven voordoen, jullie mogen je uiten over die enge situatie
A: ja precies, dat hebben we met elkaar afgesproken
Ik: dat is een prima voornemen, hou me op de hoogte
A: by the way, ik zie hem steeds vaker, u weet wel, die ik zo leuk vind, ik vertelde het Leila, ze zei dat ik vlinders in mijn buik had
We lachen elkaar toe